Muskus­rat­ten­beheer


Indiendatum: nov. 2010

Op 18-11-2010 heeft de Tweede Kamer een amendement op de wijziging van de Waterwet en 3 moties aangenomen. Muskusrattenbestrijding is geen doel op zichzelf, maar moet gericht zijn op de veiligheid. Bovendien wordt de dodingsmethode minder wreed.
In de Waterschapswet is de volgende zinsnede “Het waterschap draagt zorg voor de doelmatige bestrijding van muskus- en beverratten ter voorkoming van schade aan waterstaatwerken” vervangen door: “het waterschap draagt zo goed mogelijk zorg voor het voorkomen van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskus- en beverratten”.
Dat betekent dat het waterschap de beoogde bescherming van de waterstaatswerken mag realiseren via de best beschikbare technieken, die zich in de loop der tijd op basis van voortschrijdend inzicht kunnen ontwikkelen. De bestrijding van muskus- en beverratten wordt daarmee niet meer als doel op zich gezien, maar de voorkoming van schade aan de waterstaatswerken wel.
Een volledig overzicht is te vinden op
https://www.partijvoordedieren.nl/tweedekamer/speeches/i/674

Vragen:
1. Is het college bereid om de term muskusrattenbestrijding voortaan te vervangen door muskusrattenbeheer?
2. Kan het college een stand van zaken geven van de samenwerking van Rijnland met de omliggende waterschappen bij de vorming van een organisatie voor muskusrattenbeheer?
3. Eerder dit jaar heeft de hoogheemraad toegezegd, de huidige verdrinkingsvallen te vervangen door minder wrede dodingsmethoden. Kan het college aangeven welk tijdpad hierin wordt gevolgd?
4. De effectiviteit van de huidige vorm van muskusrattenbeheer is niet bewezen. Dat blijkt ook uit de gehanteerde maatstaf (vangsten per uur). Is het college het met mij eens dat het aantal vangsten per uur geen adequate KPI is om de veiligheid van een dijklichaam aan af te meten?
5. Is het college voornemens een betere KPI te hanteren, zoals het aantal aangetroffen graverijen of het aantal kilometers onaangetaste dijk?
6. Gaat Rijnland meewerken aan het onderzoek, zoals in de motie verwoord, naar de voorkoming van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskus- en beverratten?

Indiendatum: nov. 2010
Antwoorddatum: 29 nov. 2010

Muskusrattenbeheer

Antwoord
Ad 1: Naar aanleiding van de behandeling van de ‘noodwet’ is de term muskus- en beverratten-bestrijding vervangen door: de voorkoming van schade aan waterstaatwerken veroorzaakt door muskus- en beverratten. Een kortere aanduiding zou de term muskusrattenbeheer kunnen zijn. Of het woord ‘beheer’ daarvoor het juiste woord is, is de vraag. Voor eenduidigheid binnen Nederland is het gebruik van één landelijke term noodzakelijk, wij zullen dan ook bij betreffende landelijke gremia pleiten voor een eenduidige landelijke term die bovenstaande lading goed dekt.

Ad 2: Onderstaand een korte weergave van de stand van zaken:
Algemeen
De muskusrattenbestrijding is op dit moment een taak van de provincies. In de Waterwet wordt – middels een spoedwet - vastgelegd dat de muskusrattenbestrijding begin 2011 een verantwoordelijkheid wordt van de waterschappen. Aandachtspunt is dat via een amendement in de spoedwet (eind november) is opgenomen dat gelijk met de inwerkingtreding van deze wet de provinciale muskusrattenbestrijders van rechtswege in dienst komen van de waterschappen, met dezelfde salarispositie en rechtstoestand als bij de provincies. Op dit moment worden de impact van dit amendement en de acties die noodzakelijk zijn, onderzocht. Met de provincies is reeds afgesproken dat zij in 2011 de bestrijding blijven uitvoeren in opdracht van de waterschappen.

Organisatorische indeling
Afgelopen half jaar is er tussen de betrokken waterschappen zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau intensief overlegd. In het bestuurlijk overleg van 6 oktober 2010 is door de betrokken waterschapsbestuurders geconcludeerd dat de huidige muskusrattenbestrijdingsorganisaties van de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland – conform het zogenaamde PWC-model (stroomgebiedsbenadering) – moeten worden ingeplaatst bij de bestaande bestrijdingsorganisaties van het hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en het waterschap Rivierenland. Hoofdreden hiervoor is dat dit model het beste voldoet aan de uitgangspunten zoals gedefinieerd in het PriceWaterHouseCoopersadvies dat in 2009 in opdracht van de Unie van Waterschappen is opgesteld. Ander groot voordeel is dat er geen nieuwe bestrijdingsorganisatie hoeft te worden opgebouwd en het aantal bestrijdingsorganisaties in West-Nederland daarmee afneemt van 4 naar 2.

Bestrijdingsorganisatie Rivierenland Bestrijdingsorganisatie HDSR
FTE’s FTE’s

Rivierenland & Rijn en IJssel 64 Stichtse Rijnlanden 31

Veluwe 8 Delfland 4

Vallei en Eem 9 Rijnland 26

Hollandse delta 22 Hollands Noorderkwartier 15

Amstel, Gooi en Vecht 20

TOTAAL 103 TOTAAL 114

Overdrachtstraject
Uitgangspunt is dat zorgvuldigheid met betrekking tot muskusrattenbestrijders en continuering van de bestrijdingstaken centraal staan in de overdracht. Om dit te bereiken vraagt de overdracht dan ook een gefaseerde aanpak:
• Fase 1: Strategiefase, formuleren bestuursopdracht (tot 1 januari 2011)
• Fase 2: Planfase, inhoudelijke uitwerking overdracht, maken overdrachtsplan (1e kwartaal 2011).
• Fase 3: Bouwfase: conform overdrachtsplan bouwen aan de nieuwe organisaties (2e helft 2011)
• Fase 4: Implementatie fase, daadwerkelijke start nieuwe organisatie (vanaf 1 januari 2012).

Elke fase wordt afgesloten met een bestuursvoorstel dat door alle betrokken besturen moet worden geaccordeerd.

Ad 3: De uitvoering van de muskusrattenbestrijding is op dit moment in handen van de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland. Zoals hiervoor geschetst gaat de bestrijding binnenkort over naar de waterschappen. Lopende het jaar 2011 zal de uitvoering van de muskusrattenbestrijding nog door de provincies worden uitgevoerd.

Het inzetten van alternatieven en het onderzoek van alternatieven voor de muskusrattenbestrijding maakt onderdeel uit van landelijke onderzoekstrajecten die door de LCCM (landelijke coördinatie commissie muskusrattenbestrijding) worden getrokken. Daar waar alternatieven beschikbaar zijn worden ze waar mogelijk ingezet. Op Europees niveau is er op dit moment een onderzoek naar de verdrinkingsval om te onderzoeken in hoeverre dit een wrede dodingsmethode is. De Europese commissie is bezig het onderzoek te evalueren.

Ad 4: Vangsten per uur is slechts één van de parameters, daarnaast worden de parameters ‘vangsten per kilometer’ en ‘absolute vangsten’ gehanteerd. Betreffende parameters geven goed inzicht hoe de muskusrattenproblematiek zich ontwikkelt (populatie groei of daling). Hoe hoger het aantal vangsten, hoe groter de potentiële risico’s.

Ad 5: Het registreren van het aantal aangetroffen graverijen naast het aantal vangsten per kilometer, geeft een nog betere indicatie van de problematiek. Bij de uitvoerende diensten zal dit verzoek worden ingediend. Over het algemeen is die kennis al beschikbaar binnen de bestrijdingsorganisaties.

Ad 6: Rijnland zal uitvoering geven aan de wettelijke verplichtingen. Rijnland sluit hierbij aan bij de onderzoeken die door de LCCM worden geïnitieerd.

Interessant voor jou

Evaluatie gedragscode Flora- en Faunawet

Lees verder

Overtreding Flora- en Faunawet Reeuwijk

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer