De beste plek om de wereld te verbeteren is dichtbij huis, in je eigen waterschap. Daarin wil de Partij voor de Dieren dat het waterschap laat zien hoe je duurzaam wordt om zo burgers en bedrijven te inspireren.
Bij klimaatmitigatie, ofwel het tegengaan van klimaatverandering, is er door het waterschap nog veel winst te behalen die kan doorsijpelen naar de rest van de maatschappij. Onze energie gaan we duurzaam opwekken, dichtbij huis en met respect voor mens, dier en natuur. Omdat ruimte schaars is moeten we goed nadenken over waar we energie kunnen opwekken. De Partij voor de Dieren zet vol in op fossielvrije energie uit zon en wind, op locaties waar het niet schadelijk is voor dier of natuur. Wij hanteren strikte eisen voor duurzaamheid en veiligheid om te bepalen welke vormen van energieopwekking geschikt zijn.
Duurzaamheid vraagt ook om hergebruik. Ons afvalwater zit vol met schaarse waardevolle grondstoffen: fosfaat, stikstof, kalium, cellulose en bouwstenen voor bioplastics. Deze worden nu nog geloosd met het gezuiverde afvalwater, maar kunnen teruggewonnen worden. Deze verduurzaming leidt ook tot grote kostenbesparing.
Meer weten? Lees hieronder onze programmapunten voor schoon water
Het waterschap wekt in 2025 evenveel energie op als dat het verbruikt (‘energieneutraal’).
Het waterschap plaatst windturbines en zonnepanelen voor de eigen energieproductie zoveel mogelijk op eigen terreinen. Ze worden nooit geplaatst in kwetsbare natuurgebieden zoals het Natuurnetwerk Nederland, Natura 2000-gebieden en weidevogelkerngebieden.
Voor de plaatsing van zonnepanelen op dijken (‘zon-op-dijk’) en op het water (‘zon-op-water’) geldt het voorzorgsbeginsel, waarbij eerst de effecten van zonnepanelen op de bodem en de biodiversiteit worden onderzocht.
Wanneer het waterschap windturbines bouwt worden altijd maatregelen getroffen om slachtoffers onder vogels en vleermuizen te voorkomen, zoals een stilstandvoorziening en een zwarte wiek.
Het waterschap claimt zijn regierol op het gebied van aquathermie (het opwekken van warmte uit water) om te kunnen garanderen dat het de onderwaterecologie ten goede komt.
Het waterschap onderzoekt in hoeverre riothermie (het winnen van warmte uit rioolwater) kan bijdragen aan de warmtetransitie. Voorwaarde hiervoor is dat het niet leidt tot meer emissies.
Het biogas dat de rioolwaterzuivering produceert wordt bij voorkeur zelf gebruikt of anders geleverd aan industrieën die nog niet kunnen overstappen op duurzamere energietechnologieën.
De rioolwaterzuiveringen van het waterschap worden écht grondstoffenfabrieken. Bij de keuze welke grondstoffen gewonnen worden staat niet het verdienmodel vooraan, maar de maatschappelijke waarde van het terugwinnen van stoffen, waaronder sowieso fosfaat.
Het waterschap gaat onderzoeken hoe het effluent (gezuiverd afvalwater) duurzaam kan worden gebruikt als grondstof. Het zou bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden in industriële processen waarvoor nu nog schoon water wordt gebruikt.
Het waterschap gaat samen met andere waterschappen onderzoeken hoe het slib van rioolwaterzuiveringen op duurzame manier kan worden verwerkt. Slibtransport vindt, indien nodig, plaats over water in plaats van met vrachtwagens.
Het waterschap pleit er bij het Rijk voor om een verbod op plastic in kleding en cosmetica in te voeren, om plastic verpakkingen te voorkomen en verminderen, om de toevoer van microplastics in het water terug te dringen.
Het waterschap creëert een materialenpaspoort voor al zijn projecten als eerste stap richting 100% circulair werken.
Het waterschap is circulair in 2030.
Er wordt onderzocht hoe de rioolwaterzuiveringen hun chemicaliëngebruik kunnen terugdringen door over te stappen op ecologische zuiveringsmethoden. Het gebruik van dieren in zo’n proces is uitgesloten.
Bij de aanbesteding en inkoop van producten en diensten en bij het verlenen van subsidies worden harde duurzaamheidscriteria gesteld over bijvoorbeeld CO2-uitstoot, biodiversiteit, gifgebruik, dierenwelzijn, fairtradehandel, goede arbeidsomstandigheden en circulaire en lokale economie. Hierover wordt jaarlijks gerapporteerd.
Gebouwen, gemalen en zuiveringsinstallaties zijn uiterlijk 2030 natuurinclusief en fossielvrij.
Zonnepanelen en groen worden de norm op daken, gevels, gemalen, zuiveringsinstallaties en eigen parkeerplaatsen, behalve op monumentale en beeldbepalende panden.
Rioolwaterzuiveringen gaan prioriteit geven aan het terugdringen van lachgas en methaan, twee sterke broeikasgassen.
Ambtenaren en bestuurders worden gestimuleerd om op de fiets of met het openbaar vervoer naar het werk te komen. Het waterschap is flexibel met werktijden, zodat medewerkers buiten de spits kunnen reizen.
Het waterschap stimuleert en faciliteert ambtenaren om een deel van de tijd thuis te werken. Ambtenaren die wél op kantoor werken worden geclusterd, zodat minder ruimtes bezet worden en het energieverbruik omlaag kan.
Het waterschap is transparant over zijn CO2- uitstoot en -besparing van haar eigen organisatie en rapporteert de voortgang jaarlijks in een duidelijke, feitelijke en openbare CO2-boekhouding.
Het waterschap wordt fossielvrij en verbreekt de (financiële) banden met fossiele bedrijven.
Het waterschap spreekt steun uit voor de actie ‘fossielvrije pensioenbeleggingen’.
Het waterschap werkt niet samen met bedrijven die zich schuldig maken aan ecocide, dat wil zeggen grootschalige beschadiging of vernietiging van ecosystemen.