Imida­cloprid


Indiendatum: mei 2016

Mevrouw Bleyie van de fractie Partij voor de Dieren stelt de volgende vragen:

Heeft het college kennisgenomen van het rapport :

https://www.universiteitleiden.nl/nieuws/2016/01/cml-nog-steeds-te-veel-imidacloprid-in-het-oppervlaktewater

Erkent het college dat er ook in Rijnland te veel imidacloprid in het oppervlaktewater zit?

Hoe heeft dit kunnen gebeuren, aangezien de Partij voor de Dieren hier al sinds juli 2013 aandacht voor vraagt, zie: https://rijnland.partijvoordedieren.nl/vragen/imidacloprid-revisited-2014

Welke maatregelen stelt het college voor om volgende overschrijdingen te voorkomen?

Vraag:

Heeft het college kennisgenomen van het rapport :

https://www.universiteitleiden.nl/nieuws/2016/01/cml-nog-steeds-te-veel-imidacloprid-in-het-oppervlaktewater

Antwoord:

Dit rapport is bekend. Jaarlijks worden door CML (Centrum voor Milieu in Leiden) de monitoringsgegevens oppervlaktewater bij Rijnland en de andere waterschappen in Nederland opgevraagd en verwerkt in deze rapportages.

Dit rapport geeft een nationaal beeld van hoe het met de waterkwaliteit gesteld is en hoe regio’s of teelten ten opzichte van elkaar presteren. Het beheergebied van Rijnland is altijd een focusgebied voor een aantal redenen:

Binnen het beheergebied van Rijnland vinden een aantal intensieve teelten plaats: bollenteelt, boomteelt en glastuinbouw. In geen enkel ander waterschap is deze combinatie (Rijnland heeft ook de melkveehouderij en de akkerbouw binnen het gebied) aanwezig
Dit betekent dat Rijnland voor een intensief meetpakket gekozen heeft om in de gaten te houden hoe de waterkwaliteit zich ontwikkelt binnen de gebieden met die teelten.
Rijnland heeft goede contacten met CML. Zij zijn onderdeel van de universiteit Leiden, hun gebouw staat tegenover het onze en Rijnland wordt af en toe gevraagd mee te denken met hun promotieonderzoeken.

Vraag:

Erkent het college dat er ook in Rijnland te veel imidacloprid in het oppervlaktewater zit?

Antwoord:

Het klopt dat er nog steeds Imidacloprid in het oppervlaktewater aangetroffen wordt, in 2014 op drie plekken nog in normoverschrijdende concentraties. Dit kan een aantal oorzaken hebben:

Het middel wordt nog gebruikt rondom het meetpunt en vindt zijn weg naar het water
Het middel komt van buiten het teeltgebied
Het middel komt van buiten het beheergebied van Rijnland

Het is wel zo dat de toelating voor Imidacloprid voor gebruik in de agrarische sector continu aan veranderingen onderhevig is. Toelating is nu nog voor:

Bestrijding van engerlingen/emelten op sportvelden
Zaadbehandeling in bieten
Gewasbehandeling tegen bladluis en wittevlieg in bedekte teelten en de fruitteelt
Bollendompelbehandelingen

Toelating in onbedekte teelten is dus zo goed als niet meer toegestaan.

Vraag:

Hoe heeft dit kunnen gebeuren, aangezien de Partij voor de Dieren hier al sinds juli 2013 aandacht voor vraagt, zie:

https://rijnland.partijvoordedieren.nl/vragen/imidacloprid-revisited-2014

Antwoord:

Er is een dalende trend gaande in het gebruik van Imidacloprid en dat is ook te zien in de aantallen normoverschrijdingen in het oppervlaktewater. Gebruik ervan is echter nog steeds toegestaan en het middel verdwijnt ook niet snel uit het watersysteem, vooral ook niet omdat het al met inlaatwater het Rijnlandse beheergebied binnenkomt.

In 2014 is naar aanleiding van een aantal bestuursvragen de VV over dit onderwerp geïnformeerd door een aantal deskundigen van CML, WUR en de Universiteit Utrecht. Er is een infographic gemaakt (zie onderaan dit memo in Bijlage 1) en een pagina op de website van Rijnland ingericht met informatie over Imidacloprid:

http://www.rijnland.net/over-rijnland/wat-doet-rijnland/schoon-en-gezond-water/extra-paginas-schoon-en-gezond-water/imidacloprid-in-het-oppervlaktewater

Vraag:

Welke maatregelen stelt het college voor om volgende overschrijdingen te voorkomen?

Antwoord:

Rijnland is heeft een aantal aanknopingspunten om emissie van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen:

  • handhaving van de regelgeving waarvoor Rijnland bevoegd gezag is.
  • voorlichting van de agrarische sector over hun impact op het milieu.
  • in samenwerking met de belangenorganisaties agrariërs gebiedsbreed kennis laten maken met extra maatregelen die genomen kunnen worden om emissie te verminderen en deze maatregelen op de bedrijven in te richten of uit te voeren.

Naast handhaving en voorlichting (punten 1 en 2) wordt de komende jaren met de agrarische sector onder het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer gewerkt aan het derde punt. In november 2015 heeft de VV krediet beschikbaar gesteld als cofinanciering voor projecten die de waterkwaliteit ten goede kunnen komen. Een van de grote subsidiemogelijkheden is de Europese subsidie voor Plattelandsontwikkeling (POP3). Tot 2021 wordt door Rijnland en de agrarische sector ingezet deze projecten, zodat grote stappen gemaakt kunnen worden in het verminderen van de impact van de landbouw op waterkwaliteit.

Interessant voor jou

Effecten van hengelsport op duikvogels

Lees verder

Schade aan woningen door bouw gemaal

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer