Duur­zaamheid en SSK ramingen

Indiendatum: nov. 2016

Context

In de commissievergadering Veiligheid & Gezond water van 7 september is een presentatie gegeven over de totstandkoming van projecten binnen Rijnland en SSK ramingen. De Partij voor de Dieren heeft de vraag gesteld in hoeverre duurzaamheid meegenomen wordt in de scope van het project.

In de presentatie werd verteld dat projectplannen worden voorgelegd aan D&H in verschillende varianten. Bij deze varianten is altijd een duurzame variant, en een goedkope variant. D&H bepaalt vervolgens welke variant de voorkeur geniet.

Vraag:

Op welke manier worden duurzaamheidsdoelstellingen meegenomen in de scope van een project? Maakt Rijnland hiervoor gebruik van de Omgevingswijzer?

Vanuit Assetmanagement wordt een afweging gemaakt tussen functionaliteit, risico’s en kosten. Duurzaamheid is een van de functionele specificaties waarop de varianten worden beoordeeld. De vraag roept wellicht ten onrechte het beeld op dat de duurzame en de goedkope variant “tegenover” elkaar staan. Verschillende varianten staan naast elkaar en hebben elk hun eigen score op (diverse aspecten van) functie, kosten en risico’s.

In de ontwerpen wordt elke variant al duurzaam ontworpen, binnen de mogelijkheden van dat specifieke ontwerp. Welke variant uiteindelijk wordt gekozen, is maatwerk.
Per project wordt bekeken hoeveel risico Rijnland kan en mag lopen, wat het project mag kosten en wat de objecten moeten presteren. Als de duurzame variant binnen de grenzen van risico en functie valt, en alleen duurder is dan een andere variant die ook voldoet, dan wordt dit aangegeven en is het aan het bestuur om aan te geven of zij dit acceptabel vinden.

De Omgevingswijzer is onderdeel van de Aanpak duurzaam GWW. Hiervoor geldt dat we een proef draaien van 2 jaar, 2015-2016. De Omgevingswijzer is uitgeprobeerd op de aanleg van persleidingen in de Haarlemmermeer en op de eerste fase van de Kleinschalige Wateraanvoer.

De Aanpak duurzaam GWW wordt na een evaluatie begin 2016 verder doorgevoerd als werkwijze in Rijnlandse projecten.

Vraag:

Op welke manier vindt afweging plaats tussen de duurzame variant en de goedkope variant?

Duurzaamheid is al jaren een van de speerpunten van het Rijnlands beleid. In gevallen waar dat mogelijk en verantwoord is, wordt gekozen voor de meest duurzame variant. Dat betekent dat alleen niet voor de meest duurzame variant wordt gekozen als dat onverantwoorde risico’s met zich meebrengt, of als de bedrijfseconomische afweging buitengewoon ongunstig is. In andere gevallen is “duurzaam” nu reeds de norm.

Vraag:

Welke invloed heeft het ramen van projecten aan de hand van life cycle costing hierop?

Life cycle costs maken deel uit van de Aanpak Duurzaam GWW. Zodra deze als standaard geldt, zal Rijnland hiervan gebruik kunnen maken als uitwerking van een duurzame variant.

Vraag:

Wij zouden graag een overzicht willen hebben van de projecten van deze bestuursperiode, waarbij wordt aangegeven of er is gekozen voor de duurzame variant of voor de goedkope variant, en wat de overweging van die keuze was.

Enkele voorbeelden van de keuze voor duurzaamheid zijn:

Beluchting awzi Katwijk: D&H heeft gekozen voor de energiezuinige variant
(Deze is al met de VV gedeeld via de jaarrapportage 2015).

Bemaling Hillegomse polders: D&H heeft gekozen voor een groene variant.

Afvoer Zwetterpolder: D&H heeft gekozen voor een energiezuinige variant.

Voor de vervanging van de beluchting van de awzi Haarlem-Schalkwijk is juist gekozen voor een goedkope variant wegens de aanstaande sluiting van deze awzi.

Vraag:

Wat zou Rijnland kunnen doen om voor meer projecten de duurzame variant te kiezen?

Zie antwoord op de eerste vraag.