Bestuurs­vragen dier­ge­nees­mid­delen en water­kwa­liteit

Indiendatum: jan. 2017

Uit het rapport Diergeneesmiddelen en waterkwaliteit 2016 blijkt dat sommige diergeneesmiddelen al bij zeer lage concentraties giftig zijn voor het waterleven. Daardoor vormen enkele veel gebruikte middelen een probleem voor de waterkwaliteit. Dit betreft met name antiparasitaire middelen, die zowel in de veehouderij als voor huisdieren worden gebruikt. Stoffen uit diergeneesmiddelen kunnen via mest en urine in het water terechtkomen. De veel gebruikte antibiotica trimethoprim, tylosine en tilmicosine vormen mogelijk een risico voor de waterkwaliteit.

Vraag:
Op dit moment is er geen compleet beeld van de omvang van het gebruik van diergeneesmiddelen, omdat de gegevens niet openbaar zijn. Ook milieubeoordelingen van diergeneesmiddelen worden veelal niet openbaar gemaakt.
Gaat het college druk uitoefenen op de veehouderij om de exacte cijfers van het diergeneesmiddelengebruik te verkrijgen? Zo ja, gaat het college een plan van aanpak opstellen? Zo nee, waarom niet?

Vraag:
Op de KRW-lijst staan prioritaire stoffen die een groot risico vormen voor het watermilieu. Lidstaten van de EU hebben de plicht maatregelen te nemen die zijn gericht op het verminderen van emissies van deze stoffen. Bij de toelating van diergeneesmiddelen wordt echter geen rekening gehouden met deze prioritaire stoffenlijst. Hoe denkt het college dat Rijnland gaat voldoen aan de eisen van de KRW, als deze voor het milieu en oppervlaktewater schadelijke diergeneesmiddelen en gewasbeschermingsmiddelen toegelaten zijn?

Bron: http://www.clm.nl/uploads/pdf/Rapport-Diergeneesmiddelen-STOWA2016.pdf
Bestuursvragen