Deltaprogramma: betrek dierenbelangen bij risicoanalyse
Indiendatum: feb. 2013
Uit conceptreactie Rijnland naar het Deltaprogramma
Risicobenadering voor veiligheid vergt een brede benadering op meer dan slachtofferrisico’s
Rijnland onderschrijft de voorlopige keuzerichtingen waterveiligheid uitgaande van de risicobenadering en differentiatie van normen binnen en tussen dijkringen. Het is een logische keuze basisveiligheid te baseren op individuele slachtofferrisico’s. Rijnland is daarnaast van mening dat er gebieden zijn, zoals Centraal Holland, waar een hoger veiligheidsniveau op basis van economische overwegingen is gerechtvaardigd.
Overstromingen in dit gebied leiden tot enorme schade en grote maatschappelijke ontwrichting met desastreuze gevolgen voor de gehele Nederlandse economie. Voor gebieden als Centraal Holland pleit dit voor nieuwe normen gebaseerd op slachtofferrisico’s én economie. Dus niet als een ‘extraatje’ bovenop het slachtofferrisico, maar als gelijkwaardig.
Dit leidde voor de Partij voor de Dieren tot de vraag of het college bereid is om bij de vaststelling van het slachtoffersrisico ook te onderzoeken welke dierenbelangen een rol spelen van zowel gehouden als ook wilde dieren. En hoe het dieren-welzijn momenteel is gewaarborgd bij calamiteiten. Bovendien wilde de Partij voor de Dieren dat Rijnland deze vraag meenam in hun reactie naar het Deltaprogramma.
Indiendatum:
feb. 2013
Antwoorddatum: 5 mrt. 2013
Slachtofferrisico, dierenbelangen
De waterveiligheidsnormen worden door de algemene democratie vastgesteld, en niet door de waterkeringbeheerder. De discussie over het gewenste beschermingsniveau wordt dan ook op nationaal niveau gevoerd (Deltaprogramma), de Tweede Kamer stelt de normen voor de primaire waterkeringen vast.
In het kader van het Deltaprogramma wordt onderzocht of de huidige normen moeten worden aangepast. De voorlopige richting is dat (voor de primaire waterkeringen) de huidige overschrijdingskans norm per dijkring wordt vervangen door een risiconorm (kans x gevolg). De nieuw vast te stellen normen worden gebaseerd op modelvoorspellingen van de faalkans van de keringen en de gevolgen bij falen. Bij de gevolgberekeningen wordt onderscheid gemaakt tussen gevaar voor de mens (individueel slachtofferrisico en groepsrisico) en economische schade. Dierenwelzijn wordt niet expliciet beschouwd.
De volgende passage is n.a.v. de VV behandeling opgenomen in de antwoordbrief van Rijnland:
Verder is het niet duidelijk in hoeverre de gevolgen van een overstroming voor dieren (bijvoorbeeld veehouderij in polders) worden meegewogen in nieuwe normering. Het is wenselijk dat de afwegingen die tot de nieuwe normen leiden transparant en goed uitlegbaar zijn.
Hierbij kan worden aangetekend dat Nederland binnendijks goed beschermd is tegen overstromingen (“de veiligste delta ter wereld”). Daarmee zijn ook dieren (binnendijks) goed beschermd.
Calamiteiten
Bij calamiteiten is er voor een effectieve en efficiënte bestrijding een strikte scheiding in verantwoordelijkheden tussen de algemene kolom (gemeenten, veiligheidsregio’s) en waterkolom (waterschappen, Rijkswaterstaat). De waterkolom is verantwoordelijk voor het aanpakken van waterstaatkundige dreigingen en calamiteiten (uitvoering van de technische taak) bijvoorbeeld door het installeren van noodpompen, verstevigen van dijken etc. De algemeen bestuurlijke kolom is verantwoordelijk voor de brandweerzorg, algemene crisisbeheersing, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en handhaving van de openbare orde en veiligheid.
Hieronder valt ook het waken over de veiligheid van mens en dier (bijvoorbeeld besluitvorming en organisatie evacuatie landbouwhuisdieren).
Interessant voor jou
Zienswijze: hoe kunnen natuurdoelen worden gehaald?
Lees verderBaggeren en gedragscode Flora- en faunawet
Lees verder