Bestuurs­vragen: Vuil­stort­plaats De Bult en lozen op het opper­vlak­te­water van woonboten in Leiden

Indiendatum: 30 nov. 2018
Antwoorddatum: 22 jan. 2019

Context

Dhr. Van der Kaap stelt twee bestuursvragen, betreffende de vuilstortplaats De Bult en het rechtstreeks lozen op het oppervlakte water van woonboten in Leiden.

Vraag 1: De Bult

De Bult is een vuilstortplaats met vaten onbekend chemisch afval die met een kleilaag is afgesloten en waarvan de grondwaterstand door bemaling laag wordt gehouden zodat verontreiniging zich niet kan verspreiden. Gemeente Leiden is van plan hiermee te stoppen, omdat het weggepompte grondwater tot nu toe aan de normen voor lozing voldoet en dit een besparing op zal leveren.

• Is Rijnland betrokken bij de afweging om met de beheersmaatregelen te stoppen? Zo ja, kan Rijnland zich vinden in de te maken afweging. Zo nee, waarom niet.
• Zijn de maatregelen die in het verleden zijn getroffen in overleg met Rijnland genomen?

Antwoord

De gemeente Leiden is bevoegd gezag omdat het gaat om een bodem- en/of grondwatervervuiling. Rijnland wordt door de gemeente gezien als belanghebbende, net als de bewoners van Roomburg. Dit betekent dat wij geen formele adviesrol hebben en ook geen eisen kunnen stellen of een vergunningaanvraag kunnen afdwingen. Inmiddels hebben wij contact gezocht met de Omgevingsdienst West Holland, het bevoegd gezag voor/namens de gemeente met betrekking tot de beheersmaatregel. De omgevingsdienst heeft aangegeven dat – in tegenstelling tot eerdere berichtgeving in de media – de beheersmaatregelen in 2019 niet zomaar stopgezet zullen worden. Alvorens hiertoe wordt besloten wordt door de omgevingsdienst een second opinion gevraagd bij een onafhankelijk bureau.

Met de omgevingsdienst is afgesproken dat het concept rapport aan Rijnland zal worden toegezonden om te komen tot een breed gedragen document. Het oordeel van Rijnland als het gaat om de mate van invloed op het oppervlaktewater bij stopzetten van de beheersmaatregelen zal hierbij worden meegenomen. We zijn dus wel degelijk betrokken en in goed overleg met de omgevingsdienst bij de afwegingen om de beheermaatregelen al dan niet te stoppen.

Vraag 2: Woonboten

Op een drietal locaties liggen in Leiden woonboten die niet zijn aangesloten op de riolering en derhalve lozen op het oppervlakte water. Een situatie die mij 19e -eeuws aandoet en niet in verhouding staat met het streven naar schoon water.

• Is Rijnland hiervan op de hoogte?
• Wie is verantwoordelijk voor deze situatie?
• Bij wie berust de verantwoordelijkheid voor controle en handhaving?
• Bent U het met de Partij voor de Dieren eens dat deze situatie onwenselijk is

Antwoord

Rijnland is op de hoogte van een aantal niet aangesloten woonboten in Leiden. De gemeente is verantwoordelijk voor het mogelijk maken van de aansluiting, de eigenaar van de woonboot moet echter zelf in de aansluiting voorzien. Zowel Rijnland als de gemeente hebben niet de bevoegdheid om een dergelijke aansluiting op het rioolstelsel af te dwingen.

Wet- en regelgeving bepaalt dat gemeenten en het hoogheemraadschap op lokaal niveau afspraken maken over de aanpak van ongerioleerde lozingen. Tussen Rijnland en de gemeenten staat de aanpak van ongerioleerde lozingen (waaronder woonboten) op de agenda om te komen tot concrete afspraken voor aansluiting op de riolering. Wij trekken op met de gemeenten en gaan in gesprek met de bewoners om over te gaan tot aansluiting op het riool.

Binnen het beheersgebied van Rijnland zijn vrijwel alle woonboten aangesloten op de riolering of een zuiveringsvoorziening (IBA). In de gemeente Leiden is dat ook het geval met uitzondering van de woonboten op een drietal locaties. Deze woonboten hebben op dit moment nog geen gemeentelijke riolering waarop zij zouden kunnen aansluiten. De woonboten aan de Haarlemmerweg en Lammerschansplein worden binnen 5 jaar voorzien van een aansluitpunt en aangesloten op de riolering. De woonboten op de derde locatie (Oegstgeesterweg) worden aangesloten binnen nu en 10 jaar. De reden dat hiervoor zo’n lange termijn is gesteld, is omdat Rijnland ter plaatse de waterkering gaat opknappen. Als de waterkering wordt opgeknapt, wordt hier direct riolering aangelegd, waardoor de woonboten kunnen worden aangesloten.

Totdat de riolering door de gemeente is gerealiseerd en de woonboten hierop zijn aangesloten, lozen deze woonboten veelal ongezuiverd in oppervlaktewater. Het oppervlaktewater waarop wordt geloosd is gedefinieerd als niet-kwetsbaar. Daarom hoeven er voor de tussenliggende periode geen aanvullende maatregelen bij de lozingen worden genomen. Bij lozingen in oppervlaktewater dat als kwetsbaar is gedefinieerd worden door Rijnland wel aanvullende zuiveringsmaatregelen voorgeschreven.