Bestuurs­vragen: Natuur­on­vrien­de­lijke oever­be­schoei­ingen


Indiendatum: 9 mei 2022

Context

De heer Rotteveel heeft in december 2021 VV-lid de heer Van der Poel aangesproken over hazen en kuikens die verdrinken door de beschoeiing die twee jaar geleden door Rijnland is aangelegd in het Langeveld (Noordwijk). Waarschijnlijk is deze te hoog voor dieren om weer aan de kant te komen als ze in het water vallen. Vervolgens heeft de heer Van der Poel contact gezocht met de heer Von Faber en de heer Langeslag. De heer Langeslag heeft vervolgens de heer Rotteveel geïnformeerd dat het onderhoud van de beschoeiing na aanleg overgedragen is aan de ingelanden. Hij heeft aanbevolen zelf te voorzien in watertrappetjes. Gezien het interview waar hieronder naar wordt gerefereerd, heeft de heer Rotteveel dit opgevolgd. Verder heeft de heer Langeslag aangegeven dat de structurele oplossing zit in het meenemen van dergelijke voorzieningen in de aanbesteding van nieuwe en te herstellen beschoeiingen en dat hij daar werk van zou maken.

De heer Rotteveel heeft in gesprek met de redactie van het Leidsch Dagblad (hierna: de redactie) zijn beklag gedaan over de genoemde beschoeiing. Volgens hem heeft Rijnland de klacht tot nu toe niet in behandeling genomen. Daarom heeft hij via de redactie aandacht voor dit probleem gevraagd.

De redactie heeft op 6 mei 2022 een artikel gewijd aan hazen en kuikens, die verdrinken door hoge beschoeiingen in Noordwijk. De heer Rotteveel is daarbij geïnterviewd.

Naar aanleiding van het artikel heeft de heer Langeslag de heer Rotteveel gebeld met de vraag waar het initiatief voor het artikel vandaan kwam. Hij meldde dat zij regulier contact met de

redactie hebben in het kader van “loeren bij de boeren” en dat het daarbij aan de orde kwam. De heer Rotteveel was wel tevreden over de hernieuwde aandacht en blij met het compliment van de heer Langeslag over zijn "trappetjes".

Naar aanleiding van het bericht in het Leidsch Dagblad van 6 mei 2022 over hazen en kuikens die verdrinken door hoge beschoeiingen in Noordwijk stellen de heer H. van der Knaap van de Partij voor de Dieren (PvdD) (vraag 1 tot en met 5) en mevrouw J. Stoop van de fractie Natuurterreinen (vraag 6 tot en met 8) de volgende vragen op basis van artikel 45 van het Reglement van orde voor de verenigde vergadering en Commissies Rijnland 2019.

Mevrouw Stoop geeft bij haar vragen aan dat Rijnland het bevorderen van biodiversiteit hoog in het vaandel heeft staan. Het beschermen van de huidige soorten hoort daar ook onder. Bovendien geeft ze aan dat incidenten, zoals beschreven in het krantenbericht, niet goed voor het imago van Rijnland zijn.

Gestelde vragen fractie PvdD:

1. Kent het college dit artikel?

2. Zo ja, wat is de reactie hierop?

3. Is het college bereid om contact op te nemen met de heer Rotteveel en de mogelijkheden te onderzoeken om hem te ondersteunen in het diervriendelijker maken van de beschoeiingen? Zo nee, waarom niet?

4.Is het college het eens met de Partij voor de Dieren dat bij het aanleggen van beschoeiingen diervriendelijkheid een belangrijk aspect is waar weldegelijk rekening mee moet worden gehouden en waar nodig maatregelen of aanpassingen moeten worden genomen. Zo nee, waarom niet?

5.Speelt dit probleem op meer plaatsen?

Gestelde vragen fractie Natuurterreinen:

6. Is in de gevallen waarbij het nodig is om natuuronvriendelijke oeverbeschoeiing aan te leggen, tegelijk eenvoudige en verplaatsbare voorzieningen aan te brengen die dienen als in- en uitstapplaats voor vogels en zoogdieren?

7.En is het een idee om als Rijnland ook dergelijke voorzieningen aan te brengen op plekken waar dergelijke oeverbeschoeiingen al liggen?

8. En kunnen we een meldpunt instellen (met de nodige publiciteit) waar mensen kunnen melden dat ze een goede plek weten om dergelijke voorzieningen aan te brengen? En kunnen we de mensen die baggeren bereiken, zodat ze bekend raken met dergelijke voorzieningen, weten waar ze zich bevinden en weten hoe ze deze eenvoudig kunnen verwijderen en terugbrengen?


Indiendatum: 9 mei 2022
Antwoorddatum: 8 jun. 2022

Context

De heer Rotteveel heeft in december 2021 VV-lid de heer Van der Poel aangesproken over hazen en kuikens die verdrinken door de beschoeiing die twee jaar geleden door Rijnland is aangelegd in het Langeveld (Noordwijk). Waarschijnlijk is deze te hoog voor dieren om weer aan de kant te komen als ze in het water vallen. Vervolgens heeft de heer Van der Poel contact gezocht met de heer Von Faber en de heer Langeslag. De heer Langeslag heeft vervolgens de heer Rotteveel geïnformeerd dat het onderhoud van de beschoeiing na aanleg overgedragen is aan de ingelanden. Hij heeft aanbevolen zelf te voorzien in watertrappetjes. Gezien het interview waar hieronder naar wordt gerefereerd, heeft de heer Rotteveel dit opgevolgd. Verder heeft de heer Langeslag aangegeven dat de structurele oplossing zit in het meenemen van dergelijke voorzieningen in de aanbesteding van nieuwe en te herstellen beschoeiingen en dat hij daar werk van zou maken.

De heer Rotteveel heeft in gesprek met de redactie van het Leidsch Dagblad (hierna: de redactie) zijn beklag gedaan over de genoemde beschoeiing. Volgens hem heeft Rijnland de klacht tot nu toe niet in behandeling genomen. Daarom heeft hij via de redactie aandacht voor dit probleem gevraagd.

De redactie heeft op 6 mei 2022 een artikel gewijd aan hazen en kuikens, die verdrinken door hoge beschoeiingen in Noordwijk. De heer Rotteveel is daarbij geïnterviewd.

Naar aanleiding van het artikel heeft de heer Langeslag de heer Rotteveel gebeld met de vraag waar het initiatief voor het artikel vandaan kwam. Hij meldde dat zij regulier contact met de

redactie hebben in het kader van “loeren bij de boeren” en dat het daarbij aan de orde kwam. De heer Rotteveel was wel tevreden over de hernieuwde aandacht en blij met het compliment van de heer Langeslag over zijn "trappetjes".


Naar aanleiding van het bericht in het Leidsch Dagblad van 6 mei 2022 over hazen en kuikens die verdrinken door hoge beschoeiingen in Noordwijk stellen de heer H. van der Knaap van de Partij voor de Dieren (PvdD) (vraag 1 tot en met 5) en mevrouw J. Stoop van de fractie Natuurterreinen (vraag 6 tot en met 8) de volgende vragen op basis van artikel 45 van het Reglement van orde voor de verenigde vergadering en Commissies Rijnland 2019.

Mevrouw Stoop geeft bij haar vragen aan dat Rijnland het bevorderen van biodiversiteit hoog in het vaandel heeft staan. Het beschermen van de huidige soorten hoort daar ook onder. Bovendien geeft ze aan dat incidenten, zoals beschreven in het krantenbericht, niet goed voor het imago van Rijnland zijn.

Gestelde vragen fractie PvdD:

Vraag 1

Kent het college dit artikel?

Antwoord 1 Ja.

Vraag 2

Zo ja, wat is de reactie hierop?

Antwoord 2

Door Watergebiedsplan (WGP) Kust zijn beschoeiingen langs de hoofdwatergang(en) in 2018/2019 aangelegd. Bij het aanleggen van beschoeiing staat de waterveiligheid en het functioneren van het watersysteem voorop.

Hoe een beschoeiing wordt aangelegd is afhankelijk van het gebied en wat er nodig is in het kader van de waterveiligheid en het waterbeheer. Dit maakt dat het aanbrengen van beschoeiing maatwerk is en in hoogte en materiaal kan verschillen van gebied tot gebied. In dit geval is de beschoeiing aangebracht, zoals dat vereist is voor Langeveld. Bij de aanleg is in 2019 ruimte ingebouwd voor fauna uittrede plaatsen om de ca. 50 meter aan weerzijde van de beschoeiing. Bij oplevering van de beschoeiing en de uittrede plaatsen dragen we het onderhoud over aan de aangelanden. Dat er nu beschadigingen zijn geconstateerd en zelfs het verdwijnen van deze uittrede plaatsen, betreurt het college.

Vraag 3

Is het college bereid om contact op te nemen met de heer Rotteveel en de mogelijkheden te onderzoeken om hem te ondersteunen in het diervriendelijker maken van de beschoeiingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Voor het verschijnen van het artikel is er contact geweest tussen de heer Langeslag en de heer Rotteveel, in navolging op eerdere contact tussen Rotteveel met Van der Poel. Er is ook ambtelijk contact geweest. De heer Rotteveel heeft zich positief uitgelaten over de aandacht en heeft op aangeven van de heer Langeslag zelf trappetjes geplaatst. De melding van de heer Rotteveel heeft geleid tot het doorvoeren van aanpassingen bij de aanleg van nieuwe voorzieningen.

Vraag 4

Is het college het eens met de Partij voor de Dieren dat bij het aanleggen van beschoeiingen diervriendelijkheid een belangrijk aspect is waar weldegelijk rekening mee moet worden gehouden en waar nodig maatregelen of aanpassingen moeten worden genomen. Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

De aanleg van beschoeiing doen we voor de waterveiligheid en het functioneren van het watersysteem. Daarnaast geeft Rijnland invulling aan de zorgplicht vanuit de wet natuurbescherming (gaat op in de Omgevingswet). Vanuit het actieplan biodiversiteit (vastgesteld door de VV in november 2020) nemen we punten voor verbetering van biodiversiteit standaard mee.

Vraag 5

Speelt dit probleem op meer plaatsen?

Antwoord 5

Ja, het verval van aangelegde uittreedtrapjes speelt op meerdere plaatsen. Het is niet bekend of dit heeft geleid tot problemen met dieren. Zoals gemeld bij antwoord 3 gaan we bij aanleg van uittrede plaatsen in de toekomst werken met duurzame en robuuste voorzieningen. Zoals bijvoorbeeld bij de aanleg van beschoeiing in polder Zanderij.

In geval de onderhoudsplicht van de beschoeiing bij de aangelande ligt, ligt de verantwoordelijkheid voor het voorzien in uittredeplaatsen bij de aangelande.

Gestelde vragen fractie Natuurterreinen:

Vraag 6

Is in de gevallen waarbij het nodig is om natuuronvriendelijke oeverbeschoeiing aan te leggen, tegelijk eenvoudige en verplaatsbare voorzieningen aan te brengen die dienen als in- en uitstapplaats voor vogels en zoogdieren?

Antwoord 6

De opgedane ervaring van de afgelopen jaren met de aanleg van uittrede plaatsen in de vorm van aangebouwde trapjes, leert ons dat deze kwetsbaar zijn (o.a. beschadiging en functieverlies door onderhoudsactiviteiten). Eenvoudige en verplaatsbare voorzieningen zijn vaak ook kwetsbaar en raken eerder in verval.

Vraag 7

En is het een idee om als Rijnland ook dergelijke voorzieningen aan te brengen op plekken waar dergelijke oeverbeschoeiingen al liggen?

Antwoord 7

Als er meldingen komen van het ontbreken van in- en uitstapplaatsen bij beschoeiingen waar Rijnland onderhoudsplichtig is, nemen wij maatregelen om hierin te voorzien. Ook als een melding via een van onze medewerkers komt.

Vraag 8

En kunnen we een meldpunt instellen (met de nodige publiciteit) waar mensen kunnen melden dat ze een goede plek weten om dergelijke voorzieningen aan te brengen? En kunnen we de mensen die baggeren bereiken, zodat ze bekend raken met dergelijke voorzieningen, weten waar ze zich bevinden en weten hoe ze deze eenvoudig kunnen verwijderen en terugbrengen?

Antwoord 8

Een melding kan altijd gedaan worden via ons Klant Contact Team (KCT). Wij zien geen meerwaarde voor een aparte systeem voor deze meldingen. Aan de informatie bij meldingen op de website voegen we informatie toe bij de rubriek “Exoten, dieren en planten”. We attenderen partijen die voor ons baggeren op de voorzieningen.

Interessant voor jou

Bestuursvragen: Zuid-Schalkwijkerweg te Haarlem

Lees verder

Bestuursvragen: Verwijderen van rietkragen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer