\'Werkt\' het mest­beleid?


Indiendatum: mrt. 2012

Technische Bestuursvraag Partij voor de Dieren


‘Werkt het mestbeleid aantoonbaar mee aan de verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater?’ En zo ja wat is de onderbouwing daarvan?

Waarom stellen wij deze vraag?

In verschillende rapporten, vooral in de samenvattingen, wordt door Rijnland regelmatig geconcludeerd dat ‘het mestbeleid werkt’ (in verschillende bewoordingen uitgedrukt). In de betreffende rapporten zelf is daar weinig of geen onderbouwing voor te vinden. Hieronder volgt een klein overzicht van citaten,die daar mee te maken hebben, en hebben geleid tot bovenstaande vragen. Even voor de goede orde: het mestbeleid werkt, maar volgens ons niet positief voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Zie onze analyse op internet, link volgt onderaan dit stuk.
In italics citaten uit bestuurssamenvattingen en rapporten. De citaten gaan zowel over ‘het werkende mestbeleid’ als twijfels daaraan door de auteurs van betreffende rapporten.
Vetgedrukt eventueel commentaar erop van de PvdD fractie.

Trendanalyse Meetnetten Rijnland
VV 2012.02.29 08 VV mededeling trendanalyse
p.1 Voor de fysisch chemische waterkwaliteitsparameters zijn over de periode 1985-2010 significante verbeteringen te zien door onder andere landelijk mestbeleid en Rijnlands zuiveringsbeleid

Het Rapport
p. 28 Voor wat betreft de eutrofiërende stoffen zijn de emissies naar het oppervlaktewater sterk afgenomen door het mestbeleid en het stopzetten van het gebruik van fosforhoudende wasmiddelen. Verder zijn de verwijderingsrendementen van de awzi’s voor deze stoffen in de periode 1985 – 2000 sterk verbeterd
In het rapport worden die ‘sterk afgenomen emissies’ door o.a. het mestbeleid niet aangetoond. Voor bovenstaande opmerking wordt verwezen naar Gerrits, 2010 (Emissiebeheerplan 2010-2015).

Waterkwaliteit agrarische gebieden 2010
VV 2012.02.29 VV mededeling
Daarnaast is in dit rapport geconstateerd dat het huidige agrarisch meetnet geen meetpunten in het veeteeltgebied (gras) heeft, terwijl deze teelt met 63% het grootste deel van het agrarisch grondgebruik beslaat (en 27% van het Rijnlands gebied).
p. 2 en 3 Uit de meetgegevens van de waterkwaliteit in de agrarische gebieden is gebleken dat de invloed van de agrarische gebieden op het ontvangend oppervlaktewater het grootst is, de nutriëntengehaltes in de agrarische gebieden zijn fors normoverschrijdend (fosfor met een factor 33 en stikstof met een factor 9) …….
En daarbij zijn de veeteeltgebieden dus niet meegenomen.

Het Rapport
p.8/9 Eén van de hoofdconclusies uit deze analyse is, is dat het landelijke mestbeleid werkt. De waterschappen omarmen deze conclusie, omdat het eindelijk een bewijs is dat het wel degelijk zinvol is om via regels de mestgiften te verlagen. Wel wordt geconstateerd dat de effecten nog maar heel mondjesmaat meetbaar zijn.
Duidelijk; de invloed van de verlaging van de mestgiften op het oppervlaktewater wordt ook hier niet aangetoond; mondjesmaat meetbaar is een eufemisme.
Aantekening hierbij is dat het gaat om een langjarige analyse van (slechts) vier teelten. Het is dus geen conclusie over het mestbeleid, maar alleen over een gedeelte daarvan.

Dan moet Gerrits, 2010 (geciteerd in de Trendanalyse) uitkomst brengen, het Emissiebeheerplan 2010-2015.
p. 7 Het nieuwste mestbeleid (Vierde Nitraat Actieprogramma) is vooral voor fosfaat nog onvoldoende afgestemd op de waterkwaliteit. Daardoor dalen de emissies vanuit de landbouw de komende jaren naar verwachting onvoldoende. Rijnland zal samen met de landbouw aan de slag moeten, maar ook samen met andere waterbeheerders de druk op het rijk moeten vergroten om de benodigde veranderingen van wet- en regelgeving te bewerkstelligen.
p.8 Landbouwemissies dalen mogelijk de komende jaren licht. Mogelijk volgt met het nieuwe mestbeleid vanaf 2015 een verdere daling.
p. 24 Gedurende de jaren ‘90 is een verdere verbetering opgetreden vanwege het gevoerde mestbeleid.
Daaronder staan figuren van de stikstof en fosforconcentraties in de boezemwateren, maar als we de grafiek en de trendlijnen bestuderen kunnen we bovenstaande conclusie zeker niet onderschrijven; en een statistische analyse om de stelling te onderbouwen ontbreekt in het Emissiebeheerplan. Kortom, ook in het Emissiebeheerplan wordt niet onderbouwd dat het ‘mestbeleid werkt’

En in de conclusie wordt zelfs geschreven:
4.7 Conclusie nationale beleidsontwikkeling
p. 57 Het mestbeleid is nog niet voldoende afgestemd op de waterkwaliteit. Voedingsstoffen blijven een cruciale factor bij het bereiken van een goede waterkwaliteit.
En daar zijn wij het hartgrondig mee eens.

Verder verwijzen we naar de analyse van de Fractie van de Partij voor de Dieren over veranderingen in de landelijke emissies.

We menen dat de uit- en afspoeling van landbouwgronden al een groot probleem was en is (en dat zeker nog groter gaat worden) bij het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water. En vragen daarom ook daaraan aandacht te besteden bij de volgende discussiesessies over het nog te schrijven Waterbeheersplan.
Wat overigens in de factsheets Gezond Water ook al aan de orde is gesteld.

Indiendatum: mrt. 2012
Antwoorddatum: 7 jun. 2012

Vraag

Werkt het mestbeleid aantoonbaar mee aan de verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater? En zo ja, wat is de onderbouwing daarvan?

De vraag is toegelicht in een memo (9/03/2012) waarin erop wordt gewezen dat in een aantal Rijnlands publicaties (trendanalyse meetnetten, rapportage agrarisch meetnet 2010, emissiebeheer-plan) in verschillende bewoordingen wordt gesuggereerd dat het mestbeleid werkt. Een goede onderbouwing wordt gemist. Indieners constateren in hun eigen analyse dat de af- en uitspoeling van landbouwgronden een groot probleem was en is (en dat zeker nog groter gaat worden) bij het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water.

Antwoord

Werkt het mestbeleid bij Rijnland?

Rijnland heeft geen specifiek onderzoek aan gedaan naar de werking van het mestbeleid. De beweringen in genoemde publicaties zijn gebaseerd op de volgende constateringen:

Een sterke kwaliteitsverbetering voor fosfor en stikstof in het boezemwater (trendanalyse).
Deze kwaliteitsverbetering kan verklaard worden vanuit de emissiereductie die op de afvalwaterzuiveringen werd doorgevoerd (emissiebeheerplan).
Landelijke statistieken laten zien dat het stikstof- en fosfaatoverschot (overbemesting) per hectare in de landbouw de afgelopen 15 jaar sterk is teruggedrongen (emissiebeheerplan).
De trendanalyse laat zien dat ook de polderwaterkwaliteit de afgelopen jaren verbeterde. De polderwaterkwaliteit is gerelateerd met de kwaliteit van het boezemwater, omdat veel polders worden gespoeld. Het polderwater heeft ook een duidelijke gebiedseigen component, die deels wordt bepaald door landbouw (naast kwel en veenafbraak).
Er wordt vermoed dat de verbetering van de polderwaterkwaliteit deels aan de daling van de landbouwemissies toegeschreven kan worden. Zowel de mate waarin dit plaats vindt als de mate waarin dit bijdraagt aan de verbetering van de boezemwaterkwaliteit is lastig uit de cijfers af te lezen.
Op grond van de reductie van het stikstof- en fosfaatoverschot in de landbouw zou een veel grotere algehele waterkwaliteitsverbetering verwacht worden. Er is dus in ieder geval sprake van een sterke naijling, hetgeen ook in de literatuur wordt uitgesproken.

Conclusie: er zijn indicaties dat het mestbeleid bij Rijnland werkt, al is het effect op de waterkwaliteit beperkt in verhouding tot de reductie van het nutriëntenoverschot.

Interessant voor jou

Voortgang KRW maatregelen

Lees verder

Onderwaterdrainage

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer