Kade­ver­be­tering Griet­polder/bomenkap Leimuiden

Indiendatum: sep. 2013
Antwoorddatum: 16 sep. 2013

Vraag 1. Kloppen de feiten zoals in de brief(zie de bestuursvraag) zijn verwoord? (Met name wordt getwijfeld aan de ernst van de schade bij een eventuele dijkdoorbraak.)

Antwoord 1. De Grietpolder is voor het grootste deel geclassificeerd als klasse IV (overschrijdingskans 1/300 per jaar). Uit grondonderzoek blijkt dat de kering een sterkte heeft van minder dan IPO klasse I (corresponderend met een overschrijdingskans 1/10 per jaar). De kering langs het bospark ligt ook niet overal op hoogte (conform de legger). De instabiliteit en aantasting van de kering wordt mede veroorzaakt door de bomen, wat langs het oppervlak van de dijk ook goed te zien is. Eventueel falen van de dijk zou aanzienlijke wateroverlast en grote schade door grondverschuiving kunnen veroorzaken. Afsluiten is ook geen optie want dit water heeft door de hoge ligging een belangrijke functie voor het op peil houden van grondwater in een groot deel van Leimuiden.

Flora en fauna zijn geïnventariseerd met veldbezoek door een specialist, verspreidingsatlassen en natuurwebsites, zoals waarneming.nl. In het projectgebied zijn geen jaarrond beschermde vogelnesten waargenomen. Door het gebruik van het park door hondenbezitters en kinderen is er veel verstoring aanwezig. Door deze verstoring hebben roofvogels zich niet kunnen vestigen binnen het projectgebied. De overige vogelsoorten zijn vooral gebonden aan woningen of kunstmatige nesten, deze komen echter niet voor binnen het projectgebied. Wel zijn een merelnest en jonge wilde eenden waargenomen. Van andere algemene vogelsoorten zijn bij de veldinventarisatie geen nesten of jongen waargenomen. Door het ontbreken van groot open water worden de meervleermuis en de watervleermuis niet verwacht binnen het projectgebied. Voor de overige genoemde soorten heeft het projectgebied mogelijk een foerageerfunctie. Scheuren en holten die kunnen dienen als verblijfplaatsen zijn slechts in één boom (een kers) waargenomen. Deze scheur voldoet echter niet om als verblijfplaats voor vleermuizen te functioneren doordat er regenwater vanuit de kroon over de stam in de scheur wordt geleid. Door het bladerdek kunnen overige scheuren en holten aan het zicht onttrokken zijn. Het projectgebied is niet geschikt als leefgebied voor de rugstreeppad door het ontbreken van pioniervegetatie. Daarnaast zijn in de watergang vissen aanwezig die prederen op amfibieëneieren en larven. De essen binnen het projectgebied hebben een slechte conditie. Deze bomen zijn getroffen door de essenziekte. Deze ziekte zal op termijn dodelijk zijn. Dit maakt dat geschatte levensverwachting van de essen tussen 2 en 7 jaar ligt. De overige bomen hebben over het algemeen een goede conditie. Wel bezit de gewone kers nog sporen en spinsel van de spinselmot. De conclusie is dat, met uitzondering van vleermuizen, het projectgebied weinig tot geen ecologische waarde heeft voor de genoemde soorten. Vooral voor de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis maakt het park naar verwachting een onderdeel uit van het foerageergebied. Met de kap van de bomen verdwijnen mogelijk ook een vliegroute en oriëntatiepunten die vleermuizen gebruiken in het veld. Hierdoor moet nieuw foerageergebied gevonden worden, wat extra tijd en energie kost en gevolgen kan hebben voor de lokale populaties. Dit gaat mee in de beoordeling en ontheffingsaanvraag voor flora en fauna.

Vraag 2. Is de kap werkelijk nodig? Waarom nu en niet volgend jaar?

Antwoord 2. De aanbesteding van de kadeverbetering vindt op dit moment plaats en het voornemen is om binnen enkele weken tot gunning over te gaan. De uitvoering van de kadeverbetering Grietpolder zal dit najaar van start gaan, maar het gedeelte langs het park zal volgend jaar pas starten. In de aanbesteding is een voorbehoud opgenomen voor de gunning van het traject langs het park.

Vraag 3. Zo ja, kan de kap niet in gedeelten worden uitgevoerd, zodat dieren niet acuut beroofd worden van voedselbronnen en nestgelegenheid?

Antwoord 3. Er is een studie gedaan naar de vermeende aanwezigheid van genoemde soorten en de habitat die het park biedt. Evenals bij de overige kadeprojecten zal de planning worden afgestemd op flora en fauna, daar zijn duidelijke richtlijnen voor.

Vraag 4. Gaat de gemeente nu over de kap, of Rijnland?

Antwoord 4. De objecten op een dijk inclusief beplanting zijn voor verantwoording van de eigenaar, in dit geval de gemeente Kaag en Braassem. Met alle eigenaren van bomen en grotere beplanting treft Rijnland de regeling dat het gedeelte ‘onder de grond’ (wortels) door de aannemer verwijderd zal worden.

Vraag 5. Is er overleg met de buurtbewoners en is daar consensus bereikt?

Antwoord 5. Op 30 juli jl. is een delegatie van bewoners door mw. De Roos bij Rijnland ontvangen en is gesproken over de noodzaak van de aanpak en de wijze van kadeverbetering die gekozen is. Rijnland steunt om technische redenen de eigenaar, gemeente Kaag en Braassem in de keuze om geen damwanden toe te passen. Rijnland heeft de opstelling in deze ambtelijk en bestuurlijk afgestemd met de gemeente en najaar 2012 is het park met de gemeenteraad bezocht. Overigens zou een groot deel van het park de plaatsing van damwanden en ontregeling van het grondwater niet overleven.

Er is een informatie-avond geweest waarin de gehele kadeverbetering Grietpolder aan bod is gekomen. Hiervoor zijn uitnodigingen verzonden aan direct belanghebbenden, de bewoners in de Lijsterbeslaan langs het park en aan de bewoners van de oneven genummerde woningen in de Goudenregenstraat. Tijdens de informatieavond is het park en de bomenkap besproken. Dit heeft niet geleid tot zienswijzen tijdens de inspraakprocedure.

Vraag 6. Welke compenserende groenmaatregelen zijn er getroffen?

Antwoord 6. Er is op kosten van het project door een landschapsarchitect een ontwerp gemaakt in overleg met gemeente. Dit ontwerp houdt in dat enkele bomen aan de teen blijven staan en dat struiken worden herplant.

Vraag 7. Is het mogelijk de kap uit te stellen en deze in de commissie te bespreken?

Antwoord 7. De inspraakprocedure heeft plaatsgehad en is afgesloten. De kap wordt uitgesteld naar volgend jaar om goede communicatie met alle partijen te faciliteren.