Baggeren en de Flora- en Faunawet


Indiendatum: jan. 2010

Vraag

1. Is er vooronderzoek geweest naar het nu voorkomen van Tabel 2 en 3 soorten alvorens tot de werkzaamheden over te gaan?

2. Zijn bovengenoemde werkzaamheden uitgevoerd volgens de Gedragscode van de Flora- en Faunawet? Zo ja, welke aanvullende maatregelen zijn er genomen ter bescherming van te
beschermen soorten?

3. Zijn bovengenoemde werkzaamheden uitgevoerd volgens de Gedragscode van de Flora- en Faunawet? Zo nee, wat waren de moverende redenen?

4. Zijn bovengenoemde werkzaamheden uitgevoerd volgens de Gedragscode van de Flora- en Faunawet? Zo nee, bent U bereid alsnog een ontheffing aan te vragen van de Flora- en Faunawet en totdat deze ontheffing is verleend de werkzaamheden op te schorten?

5. Ook algemene soorten kunnen zich niet of nauwelijks verplaatsen bij lage temperaturen, heeft de uitvoerder of Rijnland maatregelen genomen om ook deze soorten te beschermen, bijvoorbeeld door de bagger te onderzoeken en soorten terug te zetten?
Bij baggerwerk is niet te voorkomen dat individuen (beschermd of onbeschermd) sterven. Door het werk te faseren in ruimte en tijd kunnen populaties zich na het werk herstellen. Deze uitgangspunten worden ook in de gedragscode onderkend en benoemd. De bagger wordt niet onderzocht op aanwezigheid van fauna. De overlevingskansen van individuele dieren zijn zeer gering wanneer ze worden opgebaggerd en via een persleiding naar een depot worden verpompt. Voor het behoud van de populaties voegt het controleren van de bagger bij een zeer kleinschalig werk als het baggeren van watergang langs de Nieuwdorperweg niets toe.

6. Is de stortplaats voor bagger in open verbinding met de sloten in het gebied zodat soorten, die daar terecht komen kunnen migreren.
De bagger wordt gestort in een weilanddepot. Het is (los van de exacte ligging van het depot) niet te verwachten dat fauna vanuit het depot zijn weg terug vindt naar de sloten. Voor het behoud van de populaties voegt het terugkeren van fauna naar de (gebaggerde) sloot niets toe.

7. Samen met andere waterschappen gaf Rijnland de prachtige ‘Veldgids Beheer en onderhoud’ uit. Hoe waarborgt Rijnland in zijn algemeenheid dat Rijnland zelf, resp. uitvoerders van werkzaamheden in opdracht van Rijnland zich aan de gedragscode houden?

8. De diepte van het baggerwerk schijnt 1,10 m te zijn. Is dat correct? Zo ja, hoe is dat te rijmen met de uitspraak van Hoogheemraad Hellinga op vragen van de heer Kerst (CU):

9. Daarnaast bereiken ons signalen dat er ook op andere plaatsen in het beheersgebied van Rijnland baggerwerkzaamheden plaatsvinden o.a. langs de A12 in Bodegraven. Indien deze berichten juist zijn dan gelden vragen 1 tot en met 5 ook voor deze wateren.

Indiendatum: jan. 2010
Antwoorddatum: 12 feb. 2010

Vraag

1. Is er vooronderzoek geweest naar het nu voorkomen van Tabel 2 en 3 soorten alvorens tot de werkzaamheden over te gaan?
De werkzaamheden worden uitgevoerd als bestendig beheer en onderhoud. Voorafgaand aan de uitvoering wordt ingeschat welke soorten aanwezig kunnen zijn. Bij de uitvoering wordt gehandeld als waren de soorten ook werkelijk aanwezig. Met de aanwezigheid van bijvoorbeeld kleine modderkruiper en amfibieën wordt standaard rekening gehouden. Deze methode is gekozen omdat het ondoenlijk is om voor elk onderhoudswerk een intensief onderzoek naar aanwezige soorten te laten doen. Bovendien worden voor dergelijke onderzoeken steekproeven uitgevoerd, waardoor de aanwezigheid of juist de afwezigheid van mobiele soorten nooit volledig te garanderen is. De werkwijze zoals door Rijnland toegepast past binnen de gedragscode. In afwijking van bovenstaande is wel specifiek gekeken naar de aanwezigheid van krabbenscheervelden. Deze zijn in de te baggeren watergang niet aangetroffen.

2. Zijn bovengenoemde werkzaamheden uitgevoerd volgens de Gedragscode van de Flora- en Faunawet? Zo ja, welke aanvullende maatregelen zijn er genomen ter bescherming van te
beschermen soorten?
Ja, de werkzaamheden zijn uitgevoerd conform de gedragscode Flora- en Faunawet voor de waterschappen. De werkmethode is vastgelegd in een werkprotocol dat specifiek voor dit werk is opgesteld. De maatregelen ter bescherming van soorten bestaan uit het sparen van meer dan 25% van de waterbodem bij het baggeren. Volgens de gedragscode volstaat fasering in ruimte en tijd, om soorten te beschermen die diffuus, maar frequent in een gebied voorkomen. De Algemene Inspectie Dienst en Dienst Regelingen hebben de werkwijze voor dit specifieke baggerwerk uitvoerig onderzocht en geconstateerd dat we met bovenstaande werkwijze conform de gedragscode werken en de regels van Flora- en Faunawet niet overtreden.

3. Zijn bovengenoemde werkzaamheden uitgevoerd volgens de Gedragscode van de Flora- en Faunawet? Zo nee, wat waren de moverende redenen?
Ja, de werkzaamheden zijn uitgevoerd conform de gedragscode Flora- en Faunawet voor de waterschappen. Zie verder de beantwoording van vraag 2.

4. Zijn bovengenoemde werkzaamheden uitgevoerd volgens de Gedragscode van de Flora- en Faunawet? Zo nee, bent U bereid alsnog een ontheffing aan te vragen van de Flora- en Faunawet en totdat deze ontheffing is verleend de werkzaamheden op te schorten?
Ja, de werkzaamheden zijn uitgevoerd conform de gedragscode Flora- en Faunawet voor de waterschappen. Zie verder de beantwoording van vraag 2.

5. Ook algemene soorten kunnen zich niet of nauwelijks verplaatsen bij lage temperaturen, heeft de uitvoerder of Rijnland maatregelen genomen om ook deze soorten te beschermen, bijvoorbeeld door de bagger te onderzoeken en soorten terug te zetten?
Bij baggerwerk is niet te voorkomen dat individuen (beschermd of onbeschermd) sterven. Door het werk te faseren in ruimte en tijd kunnen populaties zich na het werk herstellen. Deze uitgangspunten worden ook in de gedragscode onderkend en benoemd. De bagger wordt niet onderzocht op aanwezigheid van fauna. De overlevingskansen van individuele dieren zijn zeer gering wanneer ze worden opgebaggerd en via een persleiding naar een depot worden verpompt. Voor het behoud van de populaties voegt het controleren van de bagger bij een zeer kleinschalig werk als het baggeren van watergang langs de Nieuwdorperweg niets toe.

6. Is de stortplaats voor bagger in open verbinding met de sloten in het gebied zodat soorten, die daar terecht komen kunnen migreren.
De bagger wordt gestort in een weilanddepot. Het is (los van de exacte ligging van het depot) niet te verwachten dat fauna vanuit het depot zijn weg terug vindt naar de sloten. Voor het behoud van de populaties voegt het terugkeren van fauna naar de (gebaggerde) sloot niets toe.

7. Samen met andere waterschappen gaf Rijnland de prachtige ‘Veldgids Beheer en onderhoud’ uit. Hoe waarborgt Rijnland in zijn algemeenheid dat Rijnland zelf, resp. uitvoerders van werkzaamheden in opdracht van Rijnland zich aan de gedragscode houden?
Rijnland is bezig met de afronding van werkprotocollen voor de Flora- en faunawet. Deze protocollen geven de Rijnlandse invulling van de gedragscode. Door toepassing van de werkprotocollen wordt er zorg voor gedragen dat alle Rijnlandse werknemers de gedragscode correct en op dezelfde manier toepassen bij het opstellen van het bestek. De werkprotocollen worden aan de aannemer verstrekt als onderdeel van het contract. Zodoende dragen wij ervoor zorg dat de bestekken conform werkprotocollen worden opgesteld en uitgevoerd. Binnen het contract met aannemers is eveneens opgenomen dat er toezicht op naleving van deze werkprotocollen plaatsvindt.

8. De diepte van het baggerwerk schijnt 1,10 m te zijn. Is dat correct? Zo ja, hoe is dat te rijmen met de uitspraak van Hoogheemraad Hellinga op vragen van de heer Kerst (CU): ‘Vooralsnog gaat Rijnland ervanuit dat vanuit het oogpunt van waterkwaliteits- en waterafvoeroverwegingen een baggerdiepte van 0.75 genoeg is. In het gebiedsproces rond de Reeuwijkse plassen worden hier verder afspraken over gemaakt’ (citaat uit notulen Voldoende Water van 24 november 2009).
De ingreepmaat van de watergangen langs de Nieuwdorperweg is 1,00 m. Dit is vastgelegd in de legger. Bij het baggeren wordt een diepte van 1,10 meter gerealiseerd. De bagger groeit in opvolgende jaren aan tot de ingreepmaat, waarna opnieuw gebaggerd zal worden.

9. Daarnaast bereiken ons signalen dat er ook op andere plaatsen in het beheersgebied van Rijnland baggerwerkzaamheden plaatsvinden o.a. langs de A12 in Bodegraven. Indien deze berichten juist zijn dan gelden vragen 1 tot en met 5 ook voor deze wateren.
De locatie aan de Nieuwdorperweg is gelegen nabij de Rijksweg 12. In opdracht van Rijnland worden momenteel verder geen baggerwerkzaamheden nabij de A12 uitgevoerd. In al onze baggerwerken vindt naleving van de Flora- en Faunawet plaats middels werkprotocollen, hetzij gekoppeld aan de gedragscode, hetzij gekoppeld aan een ontheffing.

Interessant voor jou

Visssterfte in het Amsterdamse Bos

Lees verder

Emissiebeheerplan (verschillende vragen)

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer