Bestuurs­vragen visie muskus­rat­ten­be­strijding 2017-2020


Indiendatum: jun. 2017

Op woensdag 7 juni 2017 zal in de Commissie Veiligheid & Gezond Water de concept nota “Visie Muskusrattenbeheer West en Midden Nederland 2017-2020” behandeld worden. Naar aanleiding van deze visie stel ik onderstaande vragen.

In de nieuwe visie wordt een strategie voorgesteld die volledig indruist tegen wat artikel 1 lid 3 Waterschapswet jo. artikel 3.2A Waterwet beoogt, namelijk het voorkomen van schade aan waterstaatswerken,

Vragen

Hoe vaak is er in de afgelopen 40 jaar melding gedaan aan de Minister (van Infrastructuur en Milieu of diens voorganger) conform Waterwet Artikel 2.12 lid 5 (of diens voorganger) van een dermate groot veiligheidsrisico (overstroming of doorbraak van een waterkering, dijk of ander object) dat dit gemeld diende te worden?


Hoe vaak was er bij deze meldingen sprake van een (aanzienlijke) bijdrage door muskusratten aan de situatie die aanleiding gaf tot het doen van een melding aan de Minister?


Hoe vaak is er in de afgelopen 40 jaar een dijkdoorbraak of overstroming geweest in het beheergebied van Rijnland? En welke rol heeft de aanwezigheid van muskusratten een al dan niet bepalende rol gespeeld in elk van deze dijkdoorbraken of overstromingen?
Wordt in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) specifiek rekening gehouden met de risico’s die verbonden zijn aan graverij door muskusratten en/of andere gravers? Zo ja, welke maatregelen worden er vanuit het HWBP genomen om de veiligheidsrisico’s als gevolg van graverij door dieren in te dammen? Zo nee, waarom wordt in het huidige beleid dan wél vooral ingezet op bestrijding van muskusratten en in de nieuwe visie zelfs op volledige uitroeiing, als vanuit het HWBP hier geen specifieke aandacht voor is (met andere woorden, hoe groot is het veiligheidsrisico dat muskusratten dan precies)?

In welke mate (percentage) is het huidige muskusrattenbeheer beleid gericht op voorkomen van onveilige situaties bij waterstaatswerken in het kader van de Waterwet en in welke mate gericht op andere locaties waar geen sprake is van een direct veiligheidsrisico?

Op hoeveel en welke locaties (dijken, kaden, kunstwerken, et cetera) en op welke wijze wordt door Waterschap Rijnland uitvoering gegeven aan Waterwet Artikel 3.2a “Het waterschap draagt zo goed mogelijk zorg voor het voorkomen van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskus- en beverratten” anders dan door het doden van muskusratten? Zijn er bijvoorbeeld locaties voorzien van preventieve maatregelen of objectbescherming en zo ja welke?

Uitgaande van de berekening van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) (zie http://www.hdsr.nl/muskusrattenbeheer/veiligheid-voorop/preventieve/) dat het aanbrengen van preventieve maatregelen in geheel Nederland ongeveer 3,5 miljard euro kost, is het DB dan bereid om naast ‘complete verwijdering’ van alle muskusratten in geheel Nederland ook de optie van landelijk preventieve maatregelen nemen op te nemen als onderzoeksdoel in de voorliggende visie? Zo nee, waarom niet?

Is het DB bereid om de met preventieve maatregelen gemoeide kosten te verhalen op de Minister onder Waterwet Artikel 7.22a lid 2 punt a en b en/of Waterwet Artikel 7.22d lid 1 en/of 2, beide vallende onder het Deltafonds, aangezien Waterwet Artikel 3.2a specifiek gericht is op de in deze onder het Deltafonds gedekte activiteiten? Zo nee, waarom niet?


Wat zijn de lange termijn gevolgen voor de ‘beheerders’ van muskusratten in relatie tot de gewenste (her)introductie van de bever, en van andere gravers (mollen, konijnen, …) indien er geen preventieve maatregelen genomen worden en alleen de muskusrat volledig uitgeroeid wordt? Kan het bijvoorbeeld zo zijn dat een groot deel van de muskusratten beheerders in dienst moeten blijven om andere gravers te beheren?

De nieuwe nota en visie zijn mede gebaseerd op de tussenrapportage van de Veldproef. In deze tussenrapportage wordt in Deel I klip en klaar gesteld dat “Eén van de aanbevelingen is om te overwegen het doel van de bestrijding bij te stellen van ‘controle’ naar ‘complete verwijdering’. Er lopen echter nog een tweetal deelstudies, o.a. die aan objectbescherming, die het verdienen om in samenhang met de hier gepresenteerde bevindingen gewogen te worden. Daarom is het zinvol om te wachten met het beslissen over het eventueel aanpassen van beleid of strategie tot deze studies zijn afgerond.” In de nieuwe visie wordt hier echter volledig aan voorbijgegaan, complete verwijdering wordt als de nieuwe lange termijn ambitie neergezet, en er wordt een onderzoek gestart om deze ambitie uit te voeren.

Is het DB het met onze fractie eens dat dit tot een tunnelvisie leidt en daarmee andere resultaten van de Veldproef uitsluit, mede aangezien de nieuwe visie voor de periode 2017- 2020 zou gaan gelden, terwijl de complete resultaten van Veldproef in 2018 verwacht worden? Zo nee, waarom niet? Graag een onderbouwd antwoord.

In 2017 wordt volgens de nota en de onderliggende visie een kostenreductie van 4% behaald. De fractie van de Partij voor de Dieren ontvangt graag een onderbouwde, gespecificeerde en gedetailleerde doorrekening waar deze verwachte kostenreductie op gebaseerd is. Hierbij geven we mee dat een term als ‘efficiency besparingen’ niet als onderbouwend gezien wordt.

Uit de evaluatie van de lopende samenwerkingsovereenkomst blijkt dat zowel vangsten als schades geregistreerd worden, waarbij gesteld wordt dat “schade exacter en op x,y coördinaten geregistreerd” worden. In de evaluatie staan echter alleen cijfers over vangsten, maar geen cijfers over schade. Hoeveel schade gevallen zijn er gedurende de looptijd van de huidige samenwerking geregistreerd, binnen Rijnland gebied, en binnen het gehele beheergebied van het samenwerkingsverband? En tot welke kosten heeft dit geleid om deze schades

a) te laten repareren op kosten van Rijnland, dan wel

b) te compenseren aan derden (graag separaat benoemen)?

Om wat voor soort schades ging het? En waren er gevallen van schade bij waarbij de veiligheid van mensen of dieren in gevaar kwam, en zo ja, in welke mate? En waren er schades bij die tot een doorbraak van een primaire of secundaire waterkering hadden kunnen leiden?

Op pagina 4 van de visie staat dat diervriendelijkheid hoog in het vaandel staat van de waterschappen. Kan het DB uitleg geven wat deze diervriendelijkheid inhoudt? Deze dieren (en legio andere dieren) komen om door verdrinking. Ik zie daar niets diervriendelijks aan.

Waargenomen schade aan (primaire) waterkeringen wordt in de meeste gevallen snel hersteld (beheer & onderhoud). Zodoende komt het in de praktijk normaliter niet voor dat gedurende een hoogwaterperiode zichtbare schade aan de waterkering, welke een evidente bedreiging van de veiligheid vormt, nog aanwezig is. Kan het DB een onderbouwing geven van de nut & noodzaak van muskusrattenbestrijding gezien bovenstaande conclusie?

In deel 1 van de tussenrapportage wordt op pagina 35 ingegaan op de schade die de muskusratten veroorzaken. De tussenrapportage meldt dat schades doorgaans gering zijn en komt ook nog met een interessante hypothese namelijk dat schades pas echt schades gaan worden als de burchten worden verlaten en niet meer onderhouden worden door de muskusrat. Verder wordt uit de veldproef duidelijk dat de schades waarschijnlijk veel vaker onopgemerkt blijven dan tot dusverre werd aangenomen. Dat kan vanuit veiligheidsoogpunt alarmerend zijn maar rechtvaardigt tevens de vraag waar doen we het dan voor en loont het vanuit veiligheidsoverwegingen niet meer de moeite ons in te spannen om de schades op te sporen en te herstellen? Dat brengt me bij de vraag: is het binnen Rijnland bekend wat op jaarbasis wordt uitgegeven aan het herstellen van de schade die door muskusratten wordt veroorzaakt? Wij zijn benieuwd hoe zich dat verhoudt tot de jaarlijkse som van 500.000 euro die de bestrijding ons kost.


Veel jongen (tussen de tachtig en negentig procent) redden de eerste winter niet. Het zijn juist deze jongen die gevangen (lees: verdronken) worden. Deze jongen zouden dus anders op een andere manier de dood vinden c.q. hebben gevonden. Bestrijding van deze dieren is mijns inziens dan ook zinloos. Hoe is het mogelijk dat in de hele visie niets terug te lezen is over preventieve maatregelen ter voorkoming van graverij. Waar zijn de innovatieve ideeën. Er zijn zenders aangebracht op muskusratten. Is het dan niet mogelijk de vrouwtjes te vangen en deze immunocontraceptie toe te dienen? Preventieve maatregelen die niet of beperkt aanwezig waren of bekend zijn in Nederland zijn mijns inziens geen excuus.

Bij een kadeconstructie met een stalen damwand is geen schade aangetroffen. Is het DB bereid de mogelijkheden te onderzoeken ten aanzien van het plaatsen van stalen damwanden daar waar dat mogelijk is? Zo nee, waarom niet?

Op blz 51 van de tussenrapportage staat zoals gezegd dat de omvang van de zichtbare schades veelal gering is. Met regulier onderhoud worden schades soms weer hersteld of onvindbaar. Een vraag in relatie tot de economische consequenties is dus hoeveel vaker extra onderhoud noodzakelijk is als de muskusrat niet meer bestreden zou worden.

Op blz 56 van de tussenrapportage staat dat muskusratten in Finland geen problemen veroorzaken ondanks dat ze daar wel zijn. Is het DB bereid om te onderzoeken waarom dit zo is en wat men in Finland anders (beter) doet dan in Nederland?

Is het DB bereid om behandeling van de visie en daaraan verbonden samenwerkingsovereenkomst, gezien de onomkeerbare en verstrekkende gevolgen die de lange termijn ambitie heeft op de muskusratten populatie in Nederland, in het Algemeen Bestuur uit te stellen totdat er een beeldvormende sessie geweest is met experts vanuit verschillende disciplines, zodat de Algemeen Bestuur leden tot een geïnformeerde besluitvorming kunnen komen? Zo ja, neemt het DB dan het voortouw om een beeldvormende sessie te organiseren en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Is het DB het met onze fractie eens dat de totstandkoming van een nieuwe visie/nota

rondom MRB (mede) een verantwoordelijkheid is van het AB? Zo ja, op welke wijze gaat het DB gelegenheid geven aan het AB om deze verantwoordelijkheid op te pakken?

Namens de fractie van de Partij voor de Dieren,

Ramona Bleyie

Interessant voor jou

Uitzet van zilverkarper in Rijnlands wateren

Lees verder

Uitroeien van muskusratten met behulp van drones

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer